De fractievoorzitter van de SP in de gemeenteraad van Noordoostpolder stapte naar de rechter omdat zij vindt dat haar raadsvergoeding op de bankrekening van de landelijke SP gestort moet worden. De Rechtbank Midden-Nederland heeft op 22 februari 2017 beslist dat de gemeente hier niet aan mee hoeft te werken.

Binnen de SP is het gebruikelijk dat de vergoeding voor raadsleden op de rekening van de landelijke SP wordt gestort. De rechtbank overweegt dat als een volksvertegenwoordiger een vergoeding niet meer van de overheid maar van een politieke partij ontvangt diegene daarmee financieel afhankelijk wordt van de partij. De overheid zou dan meewerken aan het veroorzaken van een afhankelijkheidsrelatie tussen volksvertegenwoordiger en partij. Dat is in strijd met het uitgangspunt in het Nederlandse staatsrecht dat de volksvertegenwoordiger zonder last of ruggespraak moet kunnen functioneren. De slotsom van de rechtbank is dan ook dat door de cessie van de raadsvergoeding aan de partij de onafhankelijkheid en het vrije mandaat van het raadslid in gevaar kan komen, terwijl het principiële uitgangspunt is dat een ambtsdrager onafhankelijk moet kunnen functioneren, ook tegenover de politieke partij die hem op de kandidatenlijst heeft geplaatst. De cessie is derhalve door inhoud of strekking in strijd met de openbare orde en nietig ingevolge artikel 3:40 BW, zodat de gemeente niet gehouden is daaraan mee te werken.