Nederlands Juristenblad 21
30 mei 2014
2014/5
Een overbrugbare kloof
Een vergelijking van de strafrechtelijke en de forensische zienswijze bij de waardering van feiten
Het blijkt dat strafrechters soms moeilijk uit de voeten kunnen met de kansbegrippen die forensisch deskundigen hanteren. Om een brug te slaan tussen beide werelden wordt in dit artikel de strafrechtelijke zienswijze bij de waardering van feiten vergeleken met de forensische. Verrassend genoeg blijkt dat rechters en deskundigen het over precies hetzelfde hebben: bij beiden draait het om dezelfde kansverhoudingen, ze zijn alleen in andere terminologieën verpakt. Dit inzicht kan bijdragen aan een beter begrip van de manier waarop forensisch deskundigen hun conclusies formuleren, maar het kan ook de kwaliteit van de waarheidsvinding in het algemeen verbeteren: uit de vergelijking blijkt dat de fouten die bij de waardering van forensisch bewijsmateriaal worden gemaakt, ook bij andere bewijsmiddelen kunnen voorkomen. Dit is vooral het geval bij het gebruik van moderne opsporingsmethoden, zoals het doorzoeken van grote hoeveelheden data en het verspreiden van dadergegevens via (sociale) media.
Stemvrijheid en stemgeheim
Eroderende waarborgen van het verkiezingsproces?
Stemvrijheid en stemgeheim garanderen dat kiezers in eerlijke verkiezingen hun stem zonder beïnvloeding of pressie in het geheim kunnen uitbrengen. Na de grondwetsherziening in 1983 is de stemvrijheid niet meer in de Grondwet verankerd. Maar ook het stemgeheim wordt in Nederland minder strikt uitgelegd dan in internationale context. Naast de opkomst van de ‘stemfie’, die als een inbreuk op het stemgeheim kan worden gezien, zijn er in de toekomst wellicht nog nieuwe en omvangrijkere inbreuken op de waarborgen van het stemgeheim en de stemvrijheid te verwachten, zoals bijvoorbeeld het internetstemmen voor Nederlanders in het buitenland. Deze ontwikkelingen dragen ertoe bij dat het stemgeheim in Nederland ernstig onder druk komt te staan.
Iberische Wiedergutmachung voor sefardische Joden
Een Nederlandse blokkade voor naturalisatie tot Spanjaard of Portugees
In Spanje en Portugal is er wetgeving (in de maak) om sefardische Joden op hun verzoek de nationaliteit van die landen te verlenen. In dit artikel wordt kort beschreven hoe die wetgeving eruit ziet, uit welke ideeën zij voortspruit, en welke moeilijkheden te verwachten zijn bij het bewijs van de afstamming van mensen die voor vijfhonderd jaar in Sefarad (Spanje) leefden. Faciliteert de Nederlandse nationaliteitswetgeving de acceptatie van deze Wiedergutmachung?
Eerder verschenen
NJB 20 (2014)
22 mei 2014
NJB 19 (2014)
15 mei 2014
NJB 18 (2014)
8 mei 2014
NJB 17 (2014)
1 mei 2014
NJB 16 (2014)
24 april 2014