Rechterlijke collectieve schade­begroting door de jaren heen

Lees hier de scriptie De (on)mogelijkheid van de rechterlijke collectieve schadebegroting door de jaren heen. Een onderzoek naar de verhouding tussen afd. 6.1.10 BW en de (rechterlijke) ­collectieve schadebegroting sinds de totstandkoming van de Wet ­collectieve actie van Dijle Simsek (Masterscriptie Nederlands recht, specialisatie Privaatrecht, Rijksuniversiteit Groningen, beoordeling: 8, begeleidster: Charlotte Pavillon)

Sinds 1 januari 2020 maakt de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (­WAMCA) het mogelijk om schadevergoeding in geld te vorderen in een collectieve actie. De wetgever heeft er in het verleden steeds doelbewust van afgezien om een collectieve schadevergoedingsvordering mogelijk te maken. Afd. 6.1.10 BW zou niet geschikt zijn als wettelijke grondslag voor een collectieve schadebegroting omdat de schade in beginsel individueel en concreet wordt berekend. De summiere toelichting van de wetgever op de rechterlijke schadebegroting in verhouding tot afd. 6.1.10 BW vormt evenwel een actueel kritiekpunt.

In haar masterscriptie heeft Dijle Simsek onderzocht hoe sinds de WCA wordt omgegaan met de spanning tussen de collectieve (rechterlijke) schadebegroting en afd. 6.1.10 BW in wetgeving, rechtspraak en literatuur. Haar scriptieonderzoek toont aan dat in de rechtspraak een meer geleidelijke ontwikkeling te ontwaren valt richting een collectieve schadebegroting, dan in de wetgeving. De analyse van de WCAM-rechtspraak laat een veralgemeniseerde toepassing van de artt. 6:98, 6:100, 6:101, 6:107, 6:108 en 6:109 BW zien. De redelijkheidstoets ex art. 7:907 lid 3 sub b BW staat in de praktijk niet los van de bepalingen uit afd. 6.1.10 BW. In het verlengde hiervan is de succesvolle combinatie van art. 7:907 lid 3 sub b BW jo. afd. 6.1.10 BW vervangen door art. 1018i lid 2 Rv jo. afd. 6.1.10 BW.

Simsek concludeert dat de wetgever hierbij expliciet had moeten erkennen dat afd. 6.1.10 BW voldoende wettelijke basis biedt voor de rechterlijke collectieve schadeafwikkeling, omdat in de rechtspraak de ‘klassieke’ bakens van afd. 6.1.10 BW reeds zijn verzet voorafgaand aan de WAMCA.

Over de auteur(s)