Nederland is nog geen België

Nee, ik bedoel niet dat ons land België nog net niet naar de kroon kan steken wat betreft de duur van de kabinetsformaties. Ik wil aandacht vragen voor een terrein waar wij werkelijk wat kunnen leren van onze Zuiderburen. Zowel Nederland als België werden medio juli 2021 getroffen door natuurgeweld dat in verband mag worden gebracht met klimaatverandering: extreme regenval die resulteerde in overstromingen. In het zuiden van ons land vielen, anders dan in onze buurlanden, gelukkig geen doden of gewonden te betreuren, maar ook hier was de schade enorm: naar verluidt bedraagt deze bijna 2 miljard euro.

De beelden liggen vers in het geheugen, ook die van demissionaire bewindslieden, gestoken in rubber laarzen, op een missie (‘wij laten u niet in de steek!’). Vrijwel meteen kwam de toezegging dat de overheid de beurs zou trekken: de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (WTS) werd van stal gehaald. Medio augustus schetste minister Grapperhaus de contouren van een regeling die op 9 september jl. in de Staatscourant is gepubliceerd: particulieren en bedrijven krijgen een aanzienlijk deel van hun schade uit de algemene middelen vergoed. Daarbij wordt aangesloten bij eerdere op de WTS gebaseerde regelingen; sinds 1998 is deze wet vijfmaal, steeds op waterschade, toegepast (extreme regenval in 1998 (2x), overstromingen Maas in 2003 en 2011 en veendijkdoorbraak Wilnis in 2003).

Wanneer we kijken naar de regeling en haar toelichting springt een drietal elementen in het oog. In de eerste plaats de omvang van de overheidsinterventie: het geschatte maximaal beslag op de algemene middelen zou ca. 1,1 miljard euro bedragen. Verder is dat de waarschuwing aan het adres van bepaalde ondernemers dat dit echt de ‘laatste keer’ is dat de overheid in de bres springt, omdat voor hen inmiddels van een verbeterde verzekeringssituatie (overstroming door beken en zijrivieren) sprake is (Kamerstukken II 32698, nr. 59). Deze gedupeerden kan kennelijk toch niet worden verweten dat zij deze verzekeringsmogelijkheden niet hebben benut. En ten slotte is dat de mededeling dat nog wordt nagedacht over een ad hoc-voorziening voor omzetschade. Voor een tegemoetkoming op dat front biedt de WTS nadrukkelijk geen grondslag.

Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. In 2005 werd juist ingezet op Solidariteit met beleid: de overheid zou de verzekerbaarheid van rampschade (zoals overstromingsschade) moeten bevorderen om de betekenis van de WTS terug te dringen en ook niet langer ad hoc-voorzieningen buiten de WTS om moeten treffen, anders gezegd: zij zou de rug recht moeten houden als de roep om aanvullende overheidsinterventie zou klinken.

Het belang van de WTS is afhankelijk van de betekenis van andere vergoedingssystemen: vergoeding in het kader van deze regeling vindt niet plaats wanneer de schade redelijkerwijs verhaalbaar of verzekerbaar is. Bij natuurgeweld gaat het natuurlijk om dat laatste. Inzetten op verbetering van de verzekerbaarheid van waterschade door extreme regenval en overstroming is dan ook verstandig beleid. Enige vooruitgang is ook wel geboekt. Zo is er inmiddels de ‘brede weersverzekering’ voor de agrarische sector en is de situatie voor particulieren en bedrijfsleven iets gunstiger dan 10-15 jaar geleden, maar het actuele plaatje is, wat betreft echte overstromingsverzekeringsdekking, nog steeds weinig rooskleurig (Dingemanse, AV&S 2020/39). Dat heeft diverse oorzaken. Verzekeraars zien zich in ieder geval geconfronteerd met een beperkte vraag, terwijl zij juist wel ‘volume’ nodig hebben om een reëel product te kunnen aanbieden. Behalve onderschatting van het risico speelt ook de zogenoemde charity hazard een rol: de verwachting dat de overheid toch wel bijspringt als het onverhoopt misgaat.

Idealiter, zeker tegen de achtergrond van de klimaatverandering, wordt het belang van de WTS en daarmee de afhankelijkheid van gedupeerden van overheidsinterventie teruggedrongen en wordt de verzekerbaarheid werkelijk bevorderd. Wat zou de overheid dan moeten doen? Hopen dat de langzame groei van het verzekeringsaanbod doorzet en inzetten op informatiepolitiek (‘neemt u de klimaatrisico’s, zoals het overstromingsrisico, serieus en oriënteer u op het verzekeringsaanbod; verzekerbare schade wordt niet door de overheid vergoed!’)? Of doorpakken en een verplichtender model invoeren? Woorden of daden?

Een van de in het oog springende opties in dit verband is het Belgische model voor natuurrampen dat van de Fransen is afgekeken. Dat model kenmerkt zich niet door verplichte verzekering met alle bezwaren op het vlak van handhaving en controle van dien, maar knoopt juist aan bij de wijd verbreide (belangrijk voor het volume) vrijwillig afgesloten opstalverzekeringen: iedereen die een opstalverzekering afsluit, wordt geconfronteerd met een verplichte premieopslag voor dekking voor natuurrampen zoals een overstroming.

Dit model is de afgelopen 25 jaar verschillende malen in het overleg tussen de Nederlandse overheid en verzekeraars aan de orde geweest. Hoewel de overheid iedere keer met de mond beleed dat zij zich sterk wilde maken voor verbetering van de verzekerbaarheid, stond de politieke waan van de dag uiteindelijk steeds aan invoering van het Belgische model in de weg. Er was altijd wel een zwaarder wegend argument tegen. De ene keer waren dat de gevolgen van invoering (beperking van de vrije consumentenkeuze, lastenverzwaring), een andere keer werd in twijfel getrokken of sprake was van een maatschappelijke behoefte of werd juist betoogd dat beter zou kunnen worden afgewacht hoe de verzekeringsmarkt zich zelfstandig zou ontwikkelen (Crisis, rampen en recht, NJV 2014, p. 160 e.v.).

Juist ook in de actuele situatie is meer daadkracht gewenst. Klimaatverandering vraagt om adaptatie, niet alleen van de leefomgeving maar ook van de juridische ‘omgeving’. De betekenis van een overheidsschadefonds als de WTS zou moeten worden teruggedrongen door écht werk te maken van verzekeringsoplossingen. Laat het eerstvolgende missionaire (minderheids)kabinet daarom een voorbeeld aan België nemen!

 

Dit Vooraf verschijnt in NJB 2021/2349, afl. 31.

 

Afbeelding: Overstroming van de Geul in Valkenburg: Grotestraat Centrum, 15 juli 2021. Romaine, CC0, via Wikimedia Commons

Over de auteur(s)
Author picture
Ton Hartlief
A-G bij de Hoge Raad en hoogleraar privaatrecht